Ooit gelegen net vóór Villa Jeanne.
Al vóór 1900 uitgebaat door landbouwer Petrus Ludovicus Van Cauwen. Zoals veel herbergen uit die periode lag ernaast een kegelbaan.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwamen, ondanks het verbod van de gemeentelijke overheid, heel wat jongeren (ook niet-Hovenaars) naar de herberg afgezakt, waar een draaiorgel speelde. Maar de grootste aantrekkingskracht bleek een jonge dienster achter de toog te zijn. Toen de jongere zuster van uitbaatster (weduwe) Van Cauwen-Rombouts er wegging en de jongemannen niet meer door haar werden bediend, verminderde de populariteit van de herberg.
