Aangezien reuzen niet uit de bloemkolen komen - zo werd ons toch verteld - hebben we uitgezocht op welke manier we Moe Lies in ons midden kunnen brengen. In de toekomst willen we ze immers trots, in volle glorie en met gelijke tred door de straten van Hove naast reus Peer de Garde zien marcheren.
Om Moe Lies tot leven te kunnen wekken, zochten we antwoorden op een aantal fundamentele reuzenlevensvragen. We lieten ons daarbij inspireren door onze bestaande reus Peer de Garde. Hoe zit Peer precies in elkaar? Wat zit er in feite onder zijn lange rok? Hoe werkt dat apparaat van Peer? Kunnen we datzelfde dan ook gebruiken voor Moe Lies of mag dat bij een reuzin wat gesofisticeerder zijn? Heeft hij een ribbenkast? Wie weet is een rib van Peer misschien een suggestie voor het begin van de basisconstructie van de nieuwe reuzin? Hoe beweegt die Peer zich zo met rasse schreden voort? En hoe zit het met zijn hoofd en nek? Zit dat allemaal los of vast? Heeft hij een dikke nek? Moet Moe Lies een even dikke nek hebben? Om die zaken, en meer, te weten te komen, moesten we Peer aan een grondig empirisch onderzoek onderwerpen. En zo geschiedde.
Peer stond ons al geduldig op te wachten in de opslagplaats van de technische dienst. Een reuze engelengeduld kan je hem echt wel aangeven. Door de hele coronacrisis was ook hij immers al vele maanden in zijn kot moeten blijven, en dat met een immens oranje mondmasker om zijn hoofd. In ieder geval, eenzame Peer was blij ons te zien en liet zich gewillig analyseren. Ontleden, zeg maar. Hij werd ontbloot. Zijn hoofd werd naast hem op de grond geplaatst. Er werd in zijn ledematen geknepen. Peer werd langs alle kanten opgemeten. Al zijn lichaamsdelen werden uitvoerig bekeken, bepoteld en besproken, tot we een antwoord hadden op al onze vragen en we zagen hoe de reuzenpuzzel in elkaar stak.
Wat volgde was het opstellen van een doelgerichte strategie van aanpak: een efficiënt stappenplan voor de komende fase in de wording van onze dierbare Moe Lies. De taken werden verdeeld: Johan Faes van de technische dienst kan nu dankzij de bereidwillige en waardige medewerking van Peer een gelijkaardige ribbenkast maken op maat van reuzin Moe Lies. De kunstacademie zal het hoofd ontwerpen en vervolgens ook de armen onder handen nemen. Ann Goyvaerts zal bij de Damesvereniging uitgebreid uit de doeken doen hoe de kleding van Moe Lies gedrapeerd kan worden. De Heemkundige kring zal ons daarbij bijstaan met historische exactheden betreffende Moe Lies, deHOVEnaar zal erover vertellen,…
