Een overlijdensaangifte is de registratie van het overlijden van een persoon bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats van overlijden.
Hoe aanvragen ?
Een overlijden moet zo snel mogelijk aangegeven worden bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar de persoon is overleden.
- De vaststelling van het overlijden zelf gebeurt door een geneesheer. Hij of zij stelt een overlijdensattest op.
- Sterft iemand thuis dan verwittig je de huisarts of dokter met wachtdienst;
- overlijdt iemand in een ziekenhuis of een andere zorgvoorziening dan zorgt de verantwoordelijke daar voor een overlijdensattest;
- bij een dodelijk ongeval stelt de politie in bijzijn van een arts een proces-verbaal op.
- Vervolgens moet het overlijden zo snel mogelijk aangegeven worden (de overlijdensaangifte zelf) bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar de persoon is overleden.
- Meestal zorgt de begrafenisondernemer voor de overlijdensaangifte en alle administratieve formaliteiten. Maar je kan dit ook zelf doen.
- De ambtenaar van de burgerlijke stand maakt een akte van overlijden op. Dit is het officiële bewijsstuk van het overlijden.
Administratieve afhandelingen: Denk eraan om de volgende personen of instellingen ook op de hoogte te brengen van het overlijden:
- bank;
- notaris;
- verzekeringsmaatschappij;
- ziekenfonds;
- pensioendienst;
- belastingen;
- huiseigenaar;
- watermaatschappij;
- leverancier van gas en elektriciteit;
- …
Wat meebrengen?
Bij de aangifte van het overlijden moet je volgende documenten meebrengen:
- overlijdensattest dat de dokter heeft geschreven;
- identiteitskaart van de overledene;
- identiteitskaart van de aangever;
- trouwboekje van de overledene;
- rijbewijs van de overledene;
- eventueel een laatste wilsbeschikking van de overledene.
Bij een verdacht of gewelddadig overlijden neem je volgende extra documenten mee:
- proces-verbaal van een officier van de politie;
- toelating tot begraven of crematie van de procureur des Konings.