Gemeente Gemeente Hove

Cappenberg

Het historisch kasteel Cappenberg ligt verscholen tussen de Wouwstraat (44) en de spoorweg langs de Groenstraat, aan de grens met Mortsel.

In de veertiende en vijftiende eeuw wordt het goed ‘Willebeys’ of ‘De Wilde Beys’ genoemd. Pas omstreeks 1590, toen Jan de Berlaymont de eigenaar ervan was, wordt de naam ‘Capenberch’ gebruikt. Het goed was afhankelijk van de heren (graven) van Kantekrooi en deed in de zestiende eeuw dienst als gevangenis met een bezetting van ongeveer vijftien man. Het gebouw was met een brede gracht en met paalwerk omsloten. De ingang van de brug over de brede gracht werd verdedigd door een toren die omstreeks 1855 werd afgebroken.

Na de dood van vader de Berlaymont volgde zijn zoon (ook een Jan) hem op. Hij was notaris in Antwerpen en gehuwd met Mechtild de Torion. Bij zijn dood kwam het goed aan Ferdinand de Berlaymont en zijn vrouw Isabella Froment. Zij verkochten in 1647 de hoeve ‘De Wilde Beys’ met speelhuis, schuur, stalling, duifhuis, boomgaarden, hoven, weiden, beemden en winnend land aan de Antwerpse koopman Melchior de Haze, die het voor zijn broer Guilielmus kocht. Bij deze verkoop is geen sprake meer van Cappenberg, maar met het speelhuis zou het kasteel bedoeld zijn. Of dat dan nog als gevangenis in gebruik was, mag betwijfeld worden. Op 12 juni 1679 wordt het goed door de erven van Catherina de Haze verkocht aan de familie van Wesenbeeck. Daarna komt het in het bezit van de familie van Havre. In 1716 kregen alle nog in leven zijnde kinderen van het echtpaar van Havre-van Wesembeeck in Wenen adelserkenning uit handen van keizer Karel VI. Hun zonen kregen de titel van erfelijk ridder, overdraagbaar op alle mannelijke afstammelingen. Het goed bleef tot in 1911 eigendom van deze familie.

Op 1 augustus 1911 verkochten de vijf overgebleven kinderen en erfgenamen van Jules van Havre het kasteeldomein aan Marcel-Marie-Joseph Ullens. Blijkbaar had deze de intentie er zich blijvend te vestigen, want boven de hoofdingang liet hij in een nis zijn wapenschild aanbrengen. De familie maakten er de Eerste Wereldoorlog nog mee, maar enkele maanden later (april 1919) verhuisde ze naar Antwerpen en bleef Cappenberg wel als buitenverblijf behouden. Het gezin hield er een uitgebreid personeel op na, zowel van knechten als van meiden, en kasteelbewoner Ullens de Schooten was één van de eerste mensen in Hove die een auto met chauffeur bezat.

In 1933 werd het kasteelgoed (circa 11 hectare) voor 700.000 Belgische frank verkocht aan Albert Claessens en zijn echtgenote Marthe Bolsée. Het echtpaar had dertien kinderen. Albert Claessens was burgemeester van Hove van 1947 tot 1959. Om het goed aan zijn kasteel rendabel te maken zorgde een hovenier voor zijn boomgaard die in 1936 niet minder dan drieduizend perenbomen en duizend appelbomen telde. Begin jaren 1950 werd een gedeelte van het kasteeldomein verkaveld, waardoor de residentiële wijk ‘De Ster’ ontstond. Daar bouwde A. Claessens een villa: het kasteel was te groot nadat zijn kinderen trouwden of elders gingen wonen.

Kasteel Cappenberg, met 2,5 hectare grond, werd in 1966 verkocht aan de zustercongregatie ‘Oeuvres de Marie Médiatrice’ uit Antwerpen. Het was de bedoeling het kasteel om te vormen tot een home voor meisjesstudenten, maar uiteindelijk werd het gebouw in gebruik genomen als rusthuis voor oudere zusters. In 1972 werd het kasteeldomein aangekocht door Ritmica, in 1969 opgericht als BLO-school met revalidatiefaciliteiten. Tijdens de jaren 70 wordt het onderdeel zorg en therapie gestructureerd onder een apart Medisch-Pedagisch Instituut (MPI). Het geheel vindt onderdak op het kasteeldomein Cappenberg. Van binnen het MPI Ritmica groeide de Leef- en Trainingsgroep voor jongeren van 12 tot 25 jaar. In de grote tuin die aan het kasteel verbonden was, werden twee nieuwe vleugels bijgebouwd die in 1979 in gebruik werden genomen. Het oude kasteel met zijn kleine kamertjes en gangetjes was niet erg geschikt als school. Verbouwingswerken drongen zich dan ook op. Die kostten 12 miljoen Belgische frank voor de buiten- en 9 miljoen voor de binnenwerken.