We streven naar een verbeterde doorstroming op goed georganiseerde wegen enerzijds en een betere verkeersleefbaarheid in woonstraten anderzijds. Hierbij hanteren we het STOP-beginsel. Het STOP-beginsel is vastgelegd door de Vlaamse overheid in het mobiliteitsdecreet en moet door steden en gemeenten mee verankerd worden in het lokale mobiliteitsbeleid. STOP staat voor de rangorde van vervoersvormen die vertrekt vanuit de Stappers (voetgangers), Trappers (fietsers) en het Openbaar (collectief) vervoer en eindigt bij de minst duurzame mobiliteitsvorm voor lokale verplaatsingen: de Personenwagen. De rangorde stelt de belangen en de veiligheid van de zwakste weggebruikers voorop.