Gemeente Gemeente Hove

Driekoningenstoet

De Driekoningenstoet werd in 1961 voor de eerste keer ingericht door de Hovese Heemkundige Kring, onder impuls van René Buckinx. Het werd vrij snel een traditie die werd verdergezet door het Gemeentelijk Feestcomité. Slechts één jaar ging de stoet niet uit, al de andere jaren werd het een succes, soms niettegenstaande het barslechte weer. Onder meer die fameuze zaterdag van de overstroming te Ruisbroek: terwijl de inrichters stonden te overleggen om de stoet af te gelasten, stroomden de kinderen samen op het kerkplein. De stoet ging wel uit. De tiende uitgave in 1971 werd bij gebrek aan medewerkers een jaar uitgesteld. In 1972 waren alle maatregelen getroffen om een succes te verzekeren. Dat jaar maakte Bert Peleman voor Hove een driekoningenlied. In 1982 ging de stoet voor de twintigste keer uit. Voorop stapten drie kleine koningen met de pancarte, die fier vermelde ‘20ste driekoningenstoet’. Dan volgden drie grote koningen, de drumband van het Koninklijk Harmonieorkest en ruim 220 koninkjes in alle maten en kleuren. De stoet werd besloten met een heuse huifkar waarop moeder Maria en Sint-Jozef hadden plaatsgenomen. Schrobberbeek, Suskewiet en Pitje Vogel vergezelde in ware Timmermansstijl de Heilige Familie. Voor de eerste maal nam toen een groep volwassenen deel. Het was een idee en een uitwerking van De Noordvink. Nat kwamen de kinderen toe in de grote zaal van de A. Rodenbachschool. Daar wachtten hen een boeiende poppenkastvertoning, lekkere wafels met warme chocolademelk en een prachtig plakkaat in gebakken klei. Het wedstrijdelement was toen al verscheidene jaren verlaten. Alle kinderen kregen een zak met fruit.