Gemeente Gemeente Hove

Landbouw- en lakennijverheid

Vooraleer Hove tot een modern dorp uitgroeide, stond onze gemeente bekend als landbouwdorp en schapendorp. De talrijke grote hoeves in Hove verwijzen nog steeds naar dit rijke landbouwverleden. Landbouwgronden ontstonden omdat permanente bewoners nood hadden aan percelen grond voor het telen van graan en andere gewassen. Hiervoor werden bomen geveld. De bewerking van de velden gebeurde in de vroege middeleeuwen volgens het drieslagstelsel, waarbij één jaar wintergraan werd geplant en één jaar zomergraan. Het derde jaar bleef de grond onbewerkt liggen. Oude kaarten zoals de eerste kadasterkaart tonen het Hoverveld (huidige Jos Coveliersstraat, Leon Dumortierstraat, Vredestraat) als een groot terrein voor gezamenlijke bewerking door de Hovenaars. Ook het hout in de bossen en het gras op de weiden waren meestal gemeenschappelijk bezit. Hagen en grachten bepaalden de grenzen, zeker als ze in bezit waren van een kasteel of een hoeve. Een houten hek of een metalen rooster gaf toegang tot de percelen. De landbouwgronden waren eigendom van religieuze instellingen of van hospitalen en werden uitgebaat door pachters.

Naast de landbouw zorgde ook de lakennijverheid toen voor de tewerkstelling van de Hovenaars. In de middeleeuwen was Duffel een belangrijk centrum van de Vlaamse lakennijverheid. Het Duffels laken was een sterke wollen stof van goede kwaliteit. De basisstof moest na het weven worden gekleurd. Dat gebeurde niet alleen in Duffel, maar ook in de omliggende dorpen, onder andere in Hove, waar in verschillende plassen de Duffelse stof gewassen en gekleurd werd door toevoeging van de door de wouw (een plant van de familie van de resedaceeën waaruit een geelachtige vloeistof wordt getrokken) afgegeven kleurstof. De Wouwstraat heeft mogelijk haar naam ontleend aan de wouwers, de waterplassen, poelen en vijvers waar de wouw groeide, want ook de hofgrachten van de kastelen Rattennest en Cappenberg werden ervoor gebruikt. Na de godsdienstige rellen in de zestiende eeuw ging de lakennijverheid in Duffel ten gronde en veel van de Duffelse wevers weken naar Engeland uit om er hun ambacht verder te zetten.