In 1720 vreesde men in de regio erg voor de pest, die in Frankrijk woedde. Uit de omliggende dorpen kwamen veel bedevaarders de relikwie van de Heilige Laurentius vereren. Sinds mensenheugenis ging op de eerste zondag na 10 augustus een luisterrijke en indrukwekkende processie uit ter gelegenheid van de feestdag van Sint-Laurentius. Die dag was het ook kermis. De processie was samengesteld uit de beelden van de heiligen Laurentius, Sebastiaan, Rochus, Onze- Lieve-Vrouw en talrijke anderen. Verschillende verenigingen en broederschappen zoals de schuttersgilde Sint-Sebastiaan en de Gilde van Sint-Ambrosius namen eraan deel. Op de dag van de jaarlijkse processie vond er ook een drukke bedevaart plaats. Veel mensen uit de omliggende dorpen zakten dan naar Hove af om er de godsdienstige plechtigheden bij te wonen ter ere van Sint-Laurentius, die aangeroepen werd om genezing te verkrijgen van brandwonden, zweren, huid- en oogziekten. Naast de geldelijke offers schonken de bedevaartgangers allerlei zaken, zoals eieren en boter, om openbaar verkocht te worden ten bate van de kerk. Bovendien werden er bedevaartvaantjes verkocht waarvan de opbrengst ten goede kwam aan de kerk. In 1911 tekende pastoor Vincent Andries op dat door de overtollige hitte het uitgaan van de processie belet werd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden alle openbare kerkelijke plechtigheden, zoals bedevaarten en processies geschorst. Alleen de processie van het Heilig Sacrament ging uit, maar met minder luister. Na de Eerste Wereldoorlog was deze traditie verslapt, maar sinds 1955 werd de processie in ere hersteld. Hove kende naast de grote processie ook nog de kruisprocessie, waarbij de vruchten op het land werden gezegend. In 1931 ging een speciale kruisprocessie uit waaraan volgens de pastoor duizenden personen deelnamen, zelfs mensen van de naburige parochies. De laatste processie ging uit in 1968.