Gemeente Gemeente Hove

Sint-Laurentiuskerk

De Sint-Laurentiuskerk is een laatgotisch gebouw, daterend van het einde van de vijftiende eeuw.

De Sint-Laurentiuskerk bedient de oudste parochie van Hove. De parochie wordt al in 1233 vermeld. Het gebouw dateert wellicht uit circa 1500 en moet in de zestiende eeuw veel schade geleden hebben door de Beeldenstorm (1566). Het dorp en de kerk werden toen grotendeels verwoest. Jarenlang bevond de kerk zich in een verwaarloosde toestand. Pas in de helft van de zeventiende eeuw werd een restauratie aangevat. In de loop der eeuwen werd nog heel wat gewijzigd. De laatste volledige restauraties dateren van 1967-1969 en 2010. In 2013 kreeg de kerk een volledig nieuwe verwarmingsinstallatie. In het begin van de twintigste eeuw kreeg het koor vier schilderijen met de Evangelisten (1904) door J.-B. Huysmans. Na de restauratie van 1969 werden ze overgebracht naar de dwarsbeuk. Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog werd de torenspits om strategische redenen (Hove lag binnen de Antwerpse fortengordel) neergehaald en na afloop van de vijandelijkheden in de jaren 1920 hersteld. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden in 1943 de klokken door de Duitse bezetters weggehaald en werd de kerk fel geteisterd door V-bommen. De huidige kerk is (behalve de in 1967 bijgebouwde zijbeuken, sacristie en doopkapel) laatgotisch. Het vroegere kerkhof (ontruimd in 1950) werd vervangen door pleinaanleg met grasperken en parkeerplaatsen (heraangelegd in 2012 in het kader van de dorpskernvernieuwing). Bevat een arduinen romaanse doopvont met voorstelling van dieren op kuip uit de twaalfde eeuw, gerestaureerd in 1969 (zie deel 3 van deze reeks: roerend erfgoed).

De oorspronkelijk bekroning van de kerktoren bestond slechts uit een vierkante kap. Het was deze kap die aanleiding gaf om de Hovenaars de spotnaam van ‘Keescoppen’ te geven, naar het spotliedje: “Dye van Hoof zen geschoren, ’s Hebbe ’n keeskop van ‘nen thoren, Dye van Meurtsel sen soo ryck, ’s Hebben nen thoren met nen blyck. Dye van Eeghem sen soo fel, ’s Hebben een klok en een bel.”

De Sint-Laurentiuskerk had van ouds drie klokken die in 1582 door de Antwerpenaars werden gestolen. In 1658 was pastoor van Roy begonnen met geld in te zamelen voor drie nieuwe klokken die gegoten werden in 1661. Deze drie klokken werden hergoten in 1857. De grote klok (toon fa) was toegewijd aan de heilige Laurentius, de tweede klok (sol) aan Maria en de kleine klok (la) aan Antonius van Padua en Carolus Borromeus. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de klokken opgeëist door de Duitse legerleiding. In 1946 werd aan Marcel Michiels opdracht gegeven om drie nieuwe klokken te gieten. De grote klok heeft een doorsnede van 1,15 meter en weegt 1.018 kilogram, de tweede klok 1,01 meter en 707 kilogram, de kleine klok 0,90 meter en 494,5 kilogram.